15 mei 2006

Capo's.

Bij het woord ‘capo’ denken we meteen aan een louche maffiabaas.

In het Italiaans betekent ‘capo’ echter gewoon chef of leider. Het woord, dat bij ons vooral bekend is geworden dankzij de populaire televisieserie ‘de Sopranos’, kan zowat overal gebruikt worden (in het restaurant, op het werk).

Toen VVD’er Hans Dijkstal zijn partijgenoot, fractievoorzitter Jozias van Aartsen, begin 2004 een ‘capo’ noemde, bedoelde hij uiteraard iets anders. Dijkstal verwees met dit woord naar de maffia of de ‘cosa nostra’, waar de leider ‘capo dei tutti capi’ (hoofd der hoofden of baas der bazen) heet. Een jaar eerder zorgde de Italiaanse premier Berlusconi op de tweede dag van zijn voorzitterschap van de Europese Unie voor een ongekende rel. Tijdens een debat in het Europees Parlement noemde hij de Duitse socialist Schulz de meest geschikte kandidaat om de rol van ‘capo’ of kampbeul te spelen in een Italiaanse film over de nazi-concentratiekampen. En in 2002 gebruikte de Amerikaanse bemiddelaar Anthony Zinni de taal van zijn land van herkomst, Italië, om Arafat te kunnen omschrijven als 'capo di tutti capi' (leider van alle leiders van de maffia). We mogen daarom gerust stellen dat ‘capo’ tegenwoordig een internationaal geliefd scheldwoord onder politici geworden.

1 opmerking:

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.